vrijdag 24 juni 2016

Nooit meer Frankrijk

Nu het deze dagen alleen maar over de Brexit gaat, is het misschien wel leuk om ook eens aandacht te besteden aan dat ándere Europese land met zijn vele merkwaardigheden. (De titel van deze blogpost is trouwens ontleend aan een uiterst vermakelijk boekje van Herman Koch, Harmen van Straaten en anderen, waarin Nederlandse auteurs schreven over hun waargebeurde, catastrofale ervaringen in en met Frankrijk). Hieronder ons eigen horrorverhaal.

Tien jaar geleden boekten wij in de Provence, in de heuvels buiten Bandol, een week chambre d' hôtes. Onze zoons waren 5 en 2 - en dat hadden wij ook opgegeven bij de eigenaresse. Kinderen waren van harte welkom. De foto's zagen er fantastisch uit - een ruim huis, helemaal in Provençaalse stijl, met een schitterende grote tuin met grasveld en bloeiende struiken en uiteraard, iets verder van het huis gelegen, een zwembad. De eigenaresse - laten we haar Sophie noemen (echte naam bij redactie bekend) - en haar gezin woonden er ook en wij huurden een van de door madame herself tot in de puntjes gedecoreerde kamer met een kleine aparte ruimte voor kinderbedjes en aansluitend badkamer.

Het bezoek begon al raar: tijdens een telefoontje naar ons logeeradres om te melden dat we in aantocht waren, bleek dat de Franse televisie opnames zou komen maken, juist als wij zouden arriveren. In het Franse landelijke journaal (echt waar!) beleefden we dus onze "ten seconds of fame" - nou ja, twee seconden dan. Dus onderweg nog gauw de gemakkelijke reisbroek en stom t-shirt met stierenopdruk verwisseld voor iets schoons (t-shirt en rokje).

Toen het tv-geweld was geluwd, was de eerste indruk goed. Alles zag er prachtig verzorgd uit. Ware het niet dat Sophie, die een kinderstoel
voor ons schattige kleintje had neergezet, ons jongste kind bekeek alsof het een exotisch insect was, met daarbij het enige commentaar: Oh - il est grand. Duh, het is een Nederlands kind en ja, hij wordt over vier maanden drie. Direct na aankomst kregen we al ruzie met onze arrogante gastheer en -vrouw: de kinderen, die het appartement hadden bestormd, stonden enthousiast over hun mooie nieuwe plekje op de bedden te springen. Daar kwam manlief al aan - dit was niet de bedoeling, want je hoorde alles door die dunne muren, hun woonvertrek grensde direct aan onze gîte. Nou ja, daar konden we nog wel inkomen, en we maanden de jongetjes tot stilte.

De toon was gezet. Ik weet niet meer wat er verder nog was waardoor direct die eerste avond al de stemming compleet vergald was. Wel herinner ik me - de Franse taal niet voldoende machtig voor een uitgebreide discussie en partner/man al helemaal niet - dat ik huilend van onmacht terug ben gestampt naar onze kamer. Vertrekken was geen optie - we hadden het verblijf al helemaal van tevoren betaald en het was bovendien hoogseizoen.
Dus maakten we er het beste van, voortdurend angstvallig kijkend of de kinderen niet iets deden wat niet mocht (zoals krijten op de tegels van ons terrasje of de hond aan zijn staart trekken.... natuurlijk wel). Er was een heerlijk hoekje buiten om te ontbijten. Dat de kinderen alleen op stoeltjes zónder kussentjes mochten zitten - allez. Dat wij bij het ontbijt toast kregen waar het zwart van was afgekrabd, en de hond brioche kreeg - nou ja. Maar dat we geen lawaai mochten maken in het zwembad - de bejaarde buurvrouw was de weduwe van een hoge militair, vous comprenez? en dan weet je het wel - en dat we er bovendien maar tot 19.00 uur in mochten, dat was het allerergste. Het was bloedheet en wat doe je dan als je met goed fatsoen pas op zijn vroegst om 20.00 uur aan tafel kunt? Juist: klieren. Of de hort op. We waren die week veel de hort op.

Ergens op de vierde of vijfde dag kwamen we laat in de middag terug van een uitstapje en werden begroet door een gehavende Sophie: arm in het gips en diverse hechtingen in haar hoofd en schaafwonden op schouders en gezicht. Ze was misgestapt op het laddertje naar hun slaap-entresol en er vanaf gesodemieterd. God, wat heeft partner gelachen! Er was dus toch gerechtigheid!

Dochterlief van een jaar of 14 verzorgde vanaf nu het ontbijt - en table d'hôte zat er ook niet meer in (dat ene diner was fantastisch, dat moet ik haar wel nageven). De andere twee kinderen zorgden wel dat ze uit de buurt bleven van madame inmiddels-toch-niet-meer-zo-perfect. Dat er intussen ook een paar Walen waren gearriveerd met wie Sophie en familie wèl normaal konden praten, deed de stemming helemaal naar het nulpunt zakken.

Toen we vertrokken, zat die arrogante man van Sophie op zijn tractor - hij scheen dokter te zijn in Toulon, maar daar merkten we niet veel van - en vond het niet nodig om even afscheid te nemen. We reden in één ruk door naar de Costa Brava waar we een heerlijk appartement betrokken waar we op onszelf waren en de hele warme dag en zwoele avond konden genieten van drie zwembaden. Manlief ging op het ruime terras zitten, trok een koud biertje open en zei zielstevreden: Hè, hè - eindelijk vakantie.







dinsdag 31 mei 2016

Ik wil een barbie

Het blijft maar in mijn hoofd rondspoken, die kop. Moet er dus even uit, aangezien ik toch al last heb van een soort avond-ADHD: het ongefilterd binnenkomen van de meest onbenullige informatie. Die varieert van "wat zullen we morgen eten?" tot het onthouden van de verjaardag van iemand die ik ooit dertig jaar geleden heb gekend. Dus die barbie moet er zeker uit.

Het zit zo: we waren afgelopen zaterdag even op bezoek bij degene die onze verwarming heeft geïnstalleerd omdat er nog wat paperassen en gegevens moesten ingevuld. Deze beste man heeft een dochtertje van 3 en dat dochtertje heeft natuurlijk vele barbies. Die zaten, naast de eettafel, keurig op een rijtje gerangschikt op de vloer - naast het keukentje en allerlei andere zoete meisjesspeeldingetjes. En what's more: die barbies - die nog van de mama waren geweest - hadden ook baby's, ook al met dat prachtige volle golvende lichtblonde haar. Het bracht me ineens terug naar mijn eigen barbietijd.

Laat ik voorop stellen dat ik geen 3 was, maar 10 of misschien zelfs wel 11 of 12 (denk schaamrood op kaken) toen ik nog met barbies speelde. Dat heeft trouwens helemaal niets met het verhaal te maken, maar ik heb zo het vermoeden dat meisjes van 11 of 12 met al hun selfies met duckfaces heel ergens anders mee bezig zijn dan ik met mijn brave barbies. Barbie 1 - een echte met lang blond steil haar - was al snel gehandicapt geraakt, waarschijnlijk doordat ik haar wat te hardhandig avonturen in de achtertuin had laten beleven. Die overigens niets met Ken te maken hadden, want Ken had ik niet. Barbie was dan ook haar "poten" kwijtgeraakt zoals ik het placht uit te drukken. Die benen had ik weer in de kom weten te wringen met behulp van een stuk dik elastiek met haakjes eraan uit de naaidoos van mijn moeder. Maar het kwam nooit meer goed met barbie. Gelukkig had zij haar uitgebreide collectie plastic pumps in foeilelijke jarenzeventigtinten (geel, lila enzovoorts) nog. Ze heeft hierop nog jaren voortgestrompeld.

Mijn andere pop was een wat frisser en vlotter exemplaar met donkerrode krullen en sproeten en was voorzien van een kittige naam als Loeki of Nikki. Ik kan me niet herinneren of zij ook gehandicapt is geraakt, maar feit is dat zowel barbie als Loeki of Nikki ooit bij een van de vele verhuizingen het veld hebben geruimd. Ja, ik had er maar twee!

Zoals zo vaak vraagt u zich nu af wat de moraal van dit verhaal is. Nou, da's toch duidelijk: ik wil een barbie! Want hoe blij ik ook met mijn twee gezonde, leuke en slimme jongens ben - een barbie blijft toch iets wat elke vrouw graag ziet rondslingeren in huis. Inclusief baby's, maxi-cosi's, kapsalon, paarden, kleren, schoenen en vooruit dan maar: inclusief Ken.

En hieronder nog zo'n mooie herinnering. Kent u haar nog??????


zaterdag 23 januari 2016

Broodje

Voor iedereen die aan het lijnen is en voor alle koolhydratenhaters alvast een waarschuwing. Deze gaat over broodjes. Niets lekkerder dan kookboeken lezen wanneer je op een streng dieet staat natuurlijk, maar u bent gewaarschuwd.

Nu ik zelf een eiwitdieet aan het volgen ben, staan broodjes niet op het menu. Nou ja, een week of twee geleden heb ik bij een portie onovertroffen rillettes twee stukjes vers geroosterd, heerlijk ambachtelijk brood tot mij genomen. Plus een glas Sauvignon blanc. Foei! In deze tijd van tarwegrassmoothies en gojibessenshakes vergeten we misschien wel eens hoe lekker een gewoon, echt goed broodje kan zijn. Hier volgt dus een opsomming van mijn persoonlijke favoriete broodjesherinneringen - in willekeurige volgorde.

Een zijdezacht kadetje, van de warme bakker, met dik roomboter en rosbief - met een beetje versgemalen peper en zout. (Jammie!! dit geldt ook voor de broodjes hieronder).

Af en toe een puddingbroodje van de bakker - zachte zoete gele smurrie op een zacht wit broodje, lichtjes bestoven met poedersuiker - als mijn moeder mij op woensdagmiddag in Amsterdam van de kleuterschool haalde, liepen we daarna even langs de bakker. Zoete herinnering - in meer dan een opzicht. Allang niet meer gehad trouwens.

Broodje fricandeau in een lunchroom waar ik als zestien-, zeventienjarige een van mijn allereerste zaterdagbaantjes had. Wat had ik na een ochtend hard werken honger tussen de middag - wolfing down het bewuste broodje! Geur van koffie uit de espressomachine waar bovenop speculaasjes warm bleven (en die regelmatig door mij werden verorberd als ik dacht dat niemand het zag...).

Vette bek: een vers saucijzenbroodje, ook alweer van de echte bakker!

Witbrood met aardbeien, tussen de middag thuis in de zon, op de basisschool.

Deel uw broodjesherinneringen met me!












dinsdag 15 december 2015

Vom Schränkchen bis an die Wand

Oftewel steenkolenduits voor: van het kastje naar de muur. (Nu ik erover nadenk, klopt die uitdrukking eigenlijk helemaal niet. Het kastje is toch iets anders dan de muur? Het zou moeten zijn: van het kastje naar de muur en weer terug. Of zo. Iets dergelijks is er aan de hand met "met een kluitje in het riet gestuurd worden". Wat is er mis mee om met een - mits lekker - kluitje van het een of ander in het riet gestuurd worden en daar bijvoorbeeld lekker rustig eendjes kijken? Maar dit terzijde).

Laat ik even benadrukken dat we in grote lijnen tevreden zijn over de (medische) zorg die wij hier krijgen. Maar hier vielen wel heel veel steken. En moet het nou zo omslachtig? Hallo.... het is 2015! Het geweeklaag betreft het volgende: jongste brak een week of drie zijn pols tijdens een schoolvoetbaltoernooi. Foutje van onze kant: het betrof een Schulunfall, en dus hadden wij in Nederland naar de Spoedeisende Hulp moeten gaan. Uiteraard werden we hiervoor streng berispt. De pols van jongste zoon had een miniem scheurtje, bleek pas drie dagen later, toen wij werden gebeld door een arts uit het plaatselijke ziekenhuis: bij nadere bestudering van de foto's bleek pols niet gekneusd, maar was er toch een heel kleine fractuur te zien. Maandag terug en wederom uren op de 'Notfallambulanz' doorgebracht (Ambulanz betekent hier iets als polikliniek, een ambulance is een Krankenwagen!). Pootje ingegipst, althans voorzien van een kunststof ding. Om onduidelijke redenen moesten we de volgende dag weer terug. Opnieuw lang wachten in de niet al te frisse omgeving van de Eerste Hulp  - ongewassen types en alcoholwalmen. De dames achter de receptie waren nou ook niet bepaald vriendelijk te noemen. Maar goed: ik geef het je te doen. Waarschijnlijk nog 'geringfügig beschäftigt' ook.

Jongste had nu om zijn kunststof koker een mooi knalrood verband dat door klasgenoten onmiddellijk werd voorzien van namen en teksten. Na drie weken laten controleren door de huisarts. Braaf een afspraak gemaakt, maar de huisarts - een invalster - wist niet waarvoor wij kwamen, terwijl ik dat toch aan de assistente had gemeld. Dus weer naar het ziekenhuis voor een röntgenfoto, met "Einweisung". Al enigszins gepikeerd - want al meer dan een uur verloren met wachten en heen-en-weer-rijden. De dame achter de receptie was er niet aardiger op geworden, en opnieuw werden wij streng beknord: we hadden met een Überweisung moeten komen. Zo kon ze ons niet helpen - en met inmiddels zwaar de pest in verlieten we onverrichterzake, nog steeds met knalrood ingegipste pols, het ziekenhuis. Beneden gekomen er toch nog even een telefoontje aan gewaagd naar de huisarts: natuurlijk, we moesten ons niet laten wegsturen, ze zou onmiddellijk het benodigde document faxen, "direct aan het nummer van de Notfallambulanz", zo instrueerde ik haar nog. Wij weer terug en bij de balie verheugd medegedeeld dat de Assistentin de Überweisung direct zou faxen. Bent u er nog trouwens? Opnieuw landerig wachten. Na 20 minuten maar eens nagevraagd of het al "geklappt" had. Nee, nog geen fax. De ervaring was - zo luidde het antwoord - dat er vaak naar het verkeerde nummer werd gefaxt, dat van de directie. De ontvangen fax werd dan per interne post naar de Notfallambulanz gestuurd, en die ontvingen ze dan de volgende ochtend. U zult begrijpen wat er hierna gebeurde. We zijn naar huis gegaan. Er moest nog gegeten en huiswerk gemaakt worden.

Het felbegeerde document heb ik, na ongegeneerd voordringen vanochtend in de praktijk, inmiddels bemachtigd. Vanmiddag kunnen we dus in de herkansing. Ik verheug me er nu al op. Toch vanmiddag maar de gevulde paprika's alvast maken.

dinsdag 1 september 2015

De dag die je wist dat zou komen

Nee, ik bedoel niet deze dag ("Alweer een jaartje ouder, zei Kikker hartelijk."). De dag dat ook jongste zoon naar de middelbare school gaat. En was die nou maar om de hoek, dan zou ik het allemaal een heel stuk makkelijker vinden. Een heel jaar, heel groep 8 lang, heb ik ertegenaan lopen hikken - piekeren, wakker liggen en bedenken hoe we jongste zo goed mogelijk door deze belangrijke veranderingen kunnen gaan loodsen. We zijn een heel eind op weg. Mooi nieuw bureau, overzichtelijk, doch niet geheel smetteloos gekafte boeken, fiets in orde, oudste begeleidt zijn broer op de fiets, de route is al een paar keer gefietst ....

Gisteren de introductiedag: dat was nog even halen en brengen. Vandaag voor het eerst op pad voor de eerste echte lessen: jongste mocht het spits afbijten met biologie. Hoe vindt hij het? Hoe zullen de contacten met klasgenoten verlopen? Vindt hij snel nieuwe vriendjes? Gaat hij zijn agenda wel goed bijhouden? Wat een raar idee dat ik zelf ook amper 12 was toen ik naar de brugklas ging. Ooit nam ik op een zonnige nazomerdag - het kan ook in de tweede zijn geweest - een omweg via het Doornse Gat om daar door de al licht verkleurende prachtige natuur wat rond te fietsen. Ik genoot. Niks WhatsApp en mobieltjes toen natuurlijk. Toen ik later dan normaal thuiskwam, was mijn moeder woest. Wat was ze ongerust geweest.

Van alle tijden dus. Opnieuw zitten duizenden ouders deze dagen in hun piepzak. Of hebben het al een beetje achter de rug. Sterkte iedereen, en over een paar weken lachen we met zijn allen hard om. Het hoort er allemaal bij.

woensdag 12 augustus 2015

Zon, zee, strand en .... WiFi

Ouders en pubers samen op vakantie - het is soms wat moeizaam, to say the least. Ouders willen uitrusten. Historische stadjes bekijken. Op hun gemak een cappuccino drinken. De kathedraal bewonderen. Heerlijk genieten van de zee aan een klein kiezelstrandje terwijl de zon in een wolkenloze hemel omlaag klimt - richting de avond. Boeken lezen. Uitgebreid genieten van het eten in een authentiek restaurantje. Pubers zijn eigenlijk maar in een ding geïnteresseerd: Wat. Is. Het. Wachtwoord. Van. De. WiFi.

In ons eerste appartementje vlakbij het piepkleine en prachtige Dalmatische stadje Trogir hing het wachtwoord pontificaal op de muur geplakt, boven de tv - die overigens niet is aangeroerd, en die in mijn optiek in de gebrekkige keuken beter een extra kastje had kunnen zijn met een wat uitgebreider arsenaal aan keukenspullen. Maar hey, mij hoor je niet klagen - zolang het WiFi-wachtwoord maar bekend is. WiFi was op deze locatie heel gebrekkig, dus dat verpestte natuurlijk de eerste vakantieweek al. Dat je binnen 2 minuten op een heerlijk strandje met kristalheldere zee stond, boeide natuurlijk niet. Het eeuwenoude plaveisel in Trogir, waarover al vanaf de Romeinse tijd miljoenen voeten hebben gelopen ook niet. Laat staan de historische binnenstad van Split - waar je eigenlijk rondwandelt binnen de muren van het paleis van de Romeinse keizer Diocletianus. Niet interessant, want niet online....

Heel herkenbaar voor elke puberouder waarschijnlijk. En wat ergerlijk dat je je eigen ouders hoort praten en je vermanen - wat loop je weer te hangen, ga eens wat doen, lig je nou nog in je bed....? Om de kindertjes uit Biafra er maar niet met de haartjes bij te slepen. De eerlijkheid gebiedt mij te zeggen dat ik ook ooit als puber (een jaar of veertien) bijna een hele week - althans in de beleving van mijn ouders - in de kajuit van een bootje heb doorgebracht terwijl mijn ouders daarmee de Theems afvoeren. Beresaai, al die oevers en stadjes langs de kant. Maar wat deed ik in het vooronder? Ik was volkomen gegrepen door een creatieve flow, en zat al die uren gordijnstoffen te ontwerpen met een groot pak viltstiften voor mijn neus. In de rotsvaste overtuiging dat ik na de vakantie contact zou opnemen met een fabrikant van gordijnstoffen en dat die mijn ontwerpen natuurlijk direct zou kopen. Toch iets anders dan urenlang passief YouTube-filmpjes van internetgekkies bekijken.

En natuurlijk: we hebben met zijn allen genoten van de Plitvice-meren (National Park: bovenaards mooi, maar ontloop de Japanners!), het zwemmen in de heerlijke zee en het zwembad, ijsjes, pizza's en de jongens van de doodenge Zip Line waarbij je aan een staalkabel in een tuigje 100 m boven een ravijn en rivier naar de andere kant 'zipt'.


Op een van die stranddagen lag vlak naast ons -  want hutje-mutje - een dertiger die door twee vrouwen liefdevol en geduldig in de meest comfortabele positie werd gelegd. Zijn ledematen waren volledig weggekwijnd - waarschijnlijk doordat hij verlamd was geraakt. Toen hij even half rechtop werd geholpen, zag ik hem: halflang haar, type ondernemer in een creatief beroep, mooie kop en een uitdrukking die ik alleen maar kan omschrijven als 'verbeten gelatenheid'. Met de nadruk op verbeten. Het leven lachte hem toe, de wereld lag voor hem open, totdat een afschuwelijk ongeluk - waarschijnlijk - daaraan abrupt een einde maakte.

En ik keek even naar mijn twee kerngezonde jongens, die nu eens niet aan het swipen of kibbelen waren, maar met duikbrillen heerlijk in de heldere zee aan het spartelen waren.






zondag 14 juni 2015

Opruimen

Opruimen, opruimen, opruimen..... Veel kinderspeelgoed, foto's en memorabilia uit eigen jeugd komen we tegen in dozen in de garage - die op korte termijn een heel stuk leger moet in verband met het plaatsen van onze nieuwe c.v.-installatie (eindelijk!). Zo ook mijn poesiealbum waarin mijn beide ouders een mooie bijdrage hebben geschreven. Waardevolle woorden die je af en toe nog eens kunt teruglezen - en erin vinden wat zij mij hebben willen meegeven. Natuurlijk staat het album ook vol met afgezaagde rijmpjes van schoolvriendinnen zoals "tip-tap-top, de datum heeft een hoedje op" en "vlijtig en net, is dat niet sprekend Carolientjes portret?" (Ha! vlijtig was ik misschien wel, netjes zeker niet - een regelrechte sloddervos).

Poesiealbum, lp's (Warm Aanbevolen! Romance en France!) en andere spulletjes bieden weer zo'n kaleidoscopische blik in een ver verleden. Zo moest ik opeens denken aan de 'Dagjes' die ik vroeger schreef en in soms ongeloofwaardige hoeveelheden uit mijn oude typemachine rammelde. Degenen die mij kennen, weten dat ik 'gezegend' ben met een rijke fantasie. Dat heeft zijn nadelen - onschuldig plekje is afschuwelijke ziekte, man of kind 10 minuten te laat is fataal verkeersongeluk - maar zeker ook zijn voordelen. Voordelen die zich in de 'Dagjes' uitkristalliseerden: de dagelijkse gebeurtenissen van een fictief gezin, de familie Van Houten. Mijn moeder maakte altijd - hetzij meteen, hetzij na het afronden van haar taak - tijd om onder het genot van een kop thee mijn nieuwe 'Dagje' te lezen. Nooit merkte ik wrevel of tegenzin, altijd gaf ze mij opbouwende kritiek. Wat een waardevolle herinnering.

Genoemde familie Van Houten woonde in een prachtig ruim, vrijstaand pand aan de Rozenlaan 7. Die ruime villa was ook wel nodig, want het gezin van vader David en moeder Molly telde maar liefst zes kinderen, waaronder 2 tweelingen die binnen 14 maanden werden geboren. Lichtelijk ongelooflijk, ja, en na wat opbouwende input van mijn moeder heb ik het verhaal van Molly ook wat aangepast: ze stortte uiteraard in na de geboorte van tweeling 2. De 'Dagjes' waren grotendeels een weerspiegeling van de kleine gebeurtenissen, prettig of verdrietig, in mijn eigen leven, maar de waarheid bij de Van Houtens was natuurlijk veel rooskleuriger. Zo had mijn alter ego Jessica een tweelingbroer David met wie ze twee handen op een buik was. En als hij eens geen tijd had, was daar altijd nog de iets jongere meisjestweeling Margriet en Susanne. Om over te moederen had Jessica nog twee jongere broertjes, Petertje en Tim. En natuurlijk een hele hoop leuke neven en nichten (die ik niet had).

De moraal van dit verhaal? Die is er niet, haha. Behalve dan misschien dat je fantasie ook vaak wel toereikend is en je al die rotzooi in de garage of op je zolder helemaal niet nodig hebt.