maandag 18 februari 2013

Alles wat je altijd al wilde weten over Schenkenschanz maar niet durfde te vragen

Bij wijze van 'een frisse neus halen' (ik hoor het mijn moeder nog zeggen) maakten wij afgelopen zaterdag, de moeder van alle druilerige dagen, een uitstapje naar Schenkenschanz. Van een vriendin die lang geleden hier in de regio woonde, had ik gehoord dat het een oud vestingstadje was. Romantische beelden van ridders, burchten en stoere, eeuwenoude stadsmuren doemden onmiddellijk op. Toen ik voor vertrek las dat het stadje slechts 95 (volgens andere bronnen 120) inwoners telde, begon ik te twijfelen. Maar goed, we moesten allemaal nodig gelucht worden, dus op naar Schenkenschanz, hier hemelsbreed nog geen 10 kilometer vandaan.

Met steeds een geruststellend zicht op ons eigen heuvelruggetje reden we over een weggetje door de uiterwaarden van de machtige Rijn. De natuur bleek alleen grijs en groen en een toefje beige op het palet te hebben. Het binnenrijden van het dorp Griethausen maakte het er niet vrolijker op. Op de terugweg hebben we trouwens, enigszins melig, nog vergeefs gezocht naar een supermarkt. Er was wel een (gesloten) kiosk, een kroeg en een of andere onderdelenwinkel waar dit soort gehuchten het patent op lijkt te hebben. Gauw op naar Schenkenschanz dan maar. Over de grauwgroene weilanden vlogen enorme zwermen ganzen die met hun geschreeuw aan deze februaridag een nog grotere naargeestigheid verleenden. Schenkenschanz, zo memoreerde ik, ondertussen het gekibbel om een of ander kerstpoppetje op de achterbank negerend, was op twee manieren te bereiken: over de weg, en vanuit het nabijgelegen DΓΌffelward via een pontje. Die laatste mogelijkheid roept de nodige vragen op, want ook dit dorpje heeft geen voorzieningen (sorry, we hebben het niet gecheckt).

Ineens stonden we er: op een heus parkeerterreintje buiten de poorten van Schenkenschanz. Bij de bushalte (geen foto) kwamen we erachter dat de bus hier twee keer per dag gaat. De poort was eigenlijk een soort sluis die bij hoogwater kan worden gesloten. Nooit gezien, een heel plaatsje dat zo afgesloten kan worden! Maar dat was het dan ook wel. Het stadje schijnt 47 huizen te tellen, en hoewel er pogingen zijn gedaan om het hoofdstraatje wat te verlevendigen met plantenbakken en andere tuinaccessoires, bleef het maar een morsig geheel. En wij maar denken dat wij afgelegen woonden.... Maar, zo zult u tegenwerpen, wij hebben het schattige Schenkenschanz geen eerlijke kans gegeven. We hebben het bezocht op een van de druilerigste en meest naargeestige dagen van het jaar. Mmm... misschien toch in de zomer eens teruggaan? Mocht u er zelf trouwens bij mooi weer willen overnachten: er zijn diverse mogelijkheden. Wacht u voor de hond.

Gelukkig was er even buiten het stadje nog wat porijs. Slalommend rond de ganzenpoep hebben we dus toch onze frisse neus nog gehaald.



1 opmerking: