woensdag 29 mei 2013

Mandi

Douchen is bij ons iedere dag weer een uitdaging. Nadat douche 1 het vanwege een overdaad aan calcium begaf, werd douche 2 in gebruik genomen. Loodgieter is geweest en heeft dingen besteld, maar ik ben de draad van alle falende onderdelen inmiddels kwijt. Douchen gaat bij u waarschijnlijk als volgt: u staat op, begeeft zich naar de modern uitgevoerde en kraakheldere doucheruimte, draait de kraan open en wordt vervolgens -ahhhhh- heerlijk wakker onder een straal die een perfect door u uitgekiende temperatuur bezit. Dit alles al dan niet onder begeleiding van douchewand of -deur, gezang, shampoo en doucheschuim. Nou ja, die laatste twee bezitten wij gelukkig ook nog wel. Reden om te zingen is er echter in het geheel niet.

Ons horrorscenario is iedere vroege morgen weer hetzelfde: knop opendraaien, in het bad (!) stappen, kijken of de straal enigszins van acceptabele temperatuur is en vervolgens een of ander pinnetje indrukken waardoor de douche gaat lopen. De geluiden uit de kleine oude 'Durchlaufhitzer' zijn moeilijk te duiden, maar meestal betekent het dat de douchestralen lauw tot koud worden. Daar sta je dan te blauwbekken, met je ingezeepte hoofd. Door een flinke klap op de grootste knop wordt de orde weer hersteld, gaat de riedel van voren af aan van start en word je uiteindelijk toch min of meer schoon en liefst ook zeepvrij.

Na weer wat matineus geklooi was het tijd voor koffie en overpeinzingen over een ... mandibak. In 1992 reisde ik met mijn toenmalige vriend door Indonesië. Een reis met ups en vooral veel downs, want de voortekenen dat onze relatie op de klippen zou lopen, waren ruimschoots aanwezig (ik zet dit er gewoon in, ik bedoel als je ziet wat mensen in de LINDA. zettten en die zijn dan nog bekend ook, en wie wil er trouwens niet in de LINDA.?). Maar daar gaat het niet over. Gelukkig is het menselijk brein een wonderlijk en prachtig iets, en zorgt het verstrijken van de tijd vaak voor het 'inkapselen' van je mooie herinneringen.

In de hostels of losmen waar wij logeerden, was vaak een douche, maar soms (ook) een mandibak. Die waren, als ik het me goed herinner, vaak van beton, geverfd in onwaarschijnlijke kleuren als zuurstokroze of mintgroen. Ik heb nog steeds spijt dat ik niet zo'n plastic schepje mee naar huis heb genomen waarmee je je kunt mandiën, en die je in elke toko of op de markt kon kopen. Douches waren koud. Dat was ook helemaal niet erg in een tropisch klimaat. Vol minachting keken wij zelfs neer op mensen die georganiseerde reizen boekten bij een niet nader te noemen reisorganisatie, en die ongetwijfeld hotels bezochten met warme douches. Mandiën of douchen op een van de weinige tijdstippen dat de Indonesische dag aangenaam te noemen is ('s ochtends rond een uur of zeven) was een spartaans genot. De dag was pril, de zon net op, en de warmte nog niet ondraaglijk.

Hier regent het weer - het is bijna juni. In gedachten ga ik terug naar dat piepkleine huisje in Bali, midden in de rijstvelden, met het vogeltje op de veranda, en de mandibak. Morgenochtend doe ik mijn ogen dicht onder de douche en waan me in de tropen. Heeft gelijk als voordeel dat ik de lichtgroen gewolkte tegeltjes niet zie.

Op de boot van Pangandaran naar Cilicap

Huisje in de rijstvelden van Ubud, Bali

1 opmerking:

  1. Sjees, wat een leuke foto! Je heb gelijk, de tijd scheidt herinneringen eerlijker..

    BeantwoordenVerwijderen