dinsdag 27 augustus 2013

Mejuffrouw B.

Op 16 augustus was het 30 jaar geleden dat mijn lieve moeder overleed. Ze was 47 jaar oud. Ik draag haar in mijn hart, zij is mijn goede kant. Mijn kinderen hebben oma nooit gekend, maar vanaf het moment dat ze het beseften, hebben ze altijd geweten hoe de zaak in elkaar zat. Wij gaan af en toe, vaak met zijn allen, naar haar graf - op een prachtig kerkhof ergens op de Utrechtse Heuvelrug. Zo ook op zaterdag 17 augustus. De kinderen zijn meestal danig onder de indruk. We wandelden wat onder de bomen, bekeken honderdjarige graven die niet meer te zien waren door het groen of een enorme blauwe hortensia.

Net toen we weg wilden gaan, kreeg jongste het even te kwaad. Even verderop was een oudere vrouw, haar fiets geparkeerd, bezig bij een ander graf. Toen we wegliepen, ik met mijn armen stevig om jongste heen, zei de vrouw: 'Ach jao, ''t is toch waat. En hij heeft oohma waorschijnlijk niet eens gekend.' Zij wel, zij herinnerde zich mijn moeder nog goed. De weemoed klapwiekte om mij heen. De bejaarde dame stelde zich vervolgens voor als mejuffrouw B., de voormalige eigenaresse van drogisterij X.

Een instant schuldgevoel maakte zich, decennia na dato, van mij meester. Mejuffrouw B!! De tang van drogisterij X, die je zo lekker op de kast kon krijgen. Op twaalf-, dertienjarige leeftijd ging ik steevast met schoolvriendinnetje J. - en vast ook nog met anderen - drop of iets anders kopen bij drogisterij X. Als meisje van die leeftijd heb je altijd iets nodig bij de drogist. Met als bijkomend groot genoegen dat wij lekker mejuffrouw B. konden jennen. Ik herinner me nog hoe we ons konden verkneukelen bij het vooruitzicht dat mejuffrouw B. ons de winkel weer uit zou sturen, gecombineerd met een flink, maar toch ergens ook wel prettig angstgevoel.

Ze was niet veranderd. Toen waarschijnlijk in de dertig (we vonden haar mega-oud, natuurlijk) droeg ze het blondgrijze haar ook al opgestoken, ze was nog steeds mejuffrouw en zelfs het model bril was onveranderd. Destijds droeg ze een witte jas in de winkel. Wat ik me niet meer kon herinneren was haar onvervalste Utrechtse tongval. Uiteraard vertelde ik wat wij vroeger hadden gedaan. 'O, zaat je daor op de maovo?' (Nee). Zij verzorgde nu het graf van haar ouders, vertelde ze. Toen haar verhalen over die-en-die-uitgebreide-plaatselijke-familie Gabriel Garcia Marquez-achtige proporties begonnen aan te nemen, vond ik het tijd om er voorzichtig een eind aan te breien.

Overigens heb ik nog wel mijn excuses gemaakt voor het geklooi van vroeger. Na dit weemoedige inkijkje in een lang vervlogen verleden gingen we traditiegetrouw naar de speeltuin in het bos. Spelen, een ijsje eten en een glaasje drinken op het terras in de late middagzon.

O ja, mijn volgende blog gaat over de wel heel uitgebreide intake bij onze Duitse huisarts. Dijenkletsend leuk, dat beloof ik u.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten