dinsdag 15 december 2015

Vom Schränkchen bis an die Wand

Oftewel steenkolenduits voor: van het kastje naar de muur. (Nu ik erover nadenk, klopt die uitdrukking eigenlijk helemaal niet. Het kastje is toch iets anders dan de muur? Het zou moeten zijn: van het kastje naar de muur en weer terug. Of zo. Iets dergelijks is er aan de hand met "met een kluitje in het riet gestuurd worden". Wat is er mis mee om met een - mits lekker - kluitje van het een of ander in het riet gestuurd worden en daar bijvoorbeeld lekker rustig eendjes kijken? Maar dit terzijde).

Laat ik even benadrukken dat we in grote lijnen tevreden zijn over de (medische) zorg die wij hier krijgen. Maar hier vielen wel heel veel steken. En moet het nou zo omslachtig? Hallo.... het is 2015! Het geweeklaag betreft het volgende: jongste brak een week of drie zijn pols tijdens een schoolvoetbaltoernooi. Foutje van onze kant: het betrof een Schulunfall, en dus hadden wij in Nederland naar de Spoedeisende Hulp moeten gaan. Uiteraard werden we hiervoor streng berispt. De pols van jongste zoon had een miniem scheurtje, bleek pas drie dagen later, toen wij werden gebeld door een arts uit het plaatselijke ziekenhuis: bij nadere bestudering van de foto's bleek pols niet gekneusd, maar was er toch een heel kleine fractuur te zien. Maandag terug en wederom uren op de 'Notfallambulanz' doorgebracht (Ambulanz betekent hier iets als polikliniek, een ambulance is een Krankenwagen!). Pootje ingegipst, althans voorzien van een kunststof ding. Om onduidelijke redenen moesten we de volgende dag weer terug. Opnieuw lang wachten in de niet al te frisse omgeving van de Eerste Hulp  - ongewassen types en alcoholwalmen. De dames achter de receptie waren nou ook niet bepaald vriendelijk te noemen. Maar goed: ik geef het je te doen. Waarschijnlijk nog 'geringfügig beschäftigt' ook.

Jongste had nu om zijn kunststof koker een mooi knalrood verband dat door klasgenoten onmiddellijk werd voorzien van namen en teksten. Na drie weken laten controleren door de huisarts. Braaf een afspraak gemaakt, maar de huisarts - een invalster - wist niet waarvoor wij kwamen, terwijl ik dat toch aan de assistente had gemeld. Dus weer naar het ziekenhuis voor een röntgenfoto, met "Einweisung". Al enigszins gepikeerd - want al meer dan een uur verloren met wachten en heen-en-weer-rijden. De dame achter de receptie was er niet aardiger op geworden, en opnieuw werden wij streng beknord: we hadden met een Überweisung moeten komen. Zo kon ze ons niet helpen - en met inmiddels zwaar de pest in verlieten we onverrichterzake, nog steeds met knalrood ingegipste pols, het ziekenhuis. Beneden gekomen er toch nog even een telefoontje aan gewaagd naar de huisarts: natuurlijk, we moesten ons niet laten wegsturen, ze zou onmiddellijk het benodigde document faxen, "direct aan het nummer van de Notfallambulanz", zo instrueerde ik haar nog. Wij weer terug en bij de balie verheugd medegedeeld dat de Assistentin de Überweisung direct zou faxen. Bent u er nog trouwens? Opnieuw landerig wachten. Na 20 minuten maar eens nagevraagd of het al "geklappt" had. Nee, nog geen fax. De ervaring was - zo luidde het antwoord - dat er vaak naar het verkeerde nummer werd gefaxt, dat van de directie. De ontvangen fax werd dan per interne post naar de Notfallambulanz gestuurd, en die ontvingen ze dan de volgende ochtend. U zult begrijpen wat er hierna gebeurde. We zijn naar huis gegaan. Er moest nog gegeten en huiswerk gemaakt worden.

Het felbegeerde document heb ik, na ongegeneerd voordringen vanochtend in de praktijk, inmiddels bemachtigd. Vanmiddag kunnen we dus in de herkansing. Ik verheug me er nu al op. Toch vanmiddag maar de gevulde paprika's alvast maken.

dinsdag 1 september 2015

De dag die je wist dat zou komen

Nee, ik bedoel niet deze dag ("Alweer een jaartje ouder, zei Kikker hartelijk."). De dag dat ook jongste zoon naar de middelbare school gaat. En was die nou maar om de hoek, dan zou ik het allemaal een heel stuk makkelijker vinden. Een heel jaar, heel groep 8 lang, heb ik ertegenaan lopen hikken - piekeren, wakker liggen en bedenken hoe we jongste zo goed mogelijk door deze belangrijke veranderingen kunnen gaan loodsen. We zijn een heel eind op weg. Mooi nieuw bureau, overzichtelijk, doch niet geheel smetteloos gekafte boeken, fiets in orde, oudste begeleidt zijn broer op de fiets, de route is al een paar keer gefietst ....

Gisteren de introductiedag: dat was nog even halen en brengen. Vandaag voor het eerst op pad voor de eerste echte lessen: jongste mocht het spits afbijten met biologie. Hoe vindt hij het? Hoe zullen de contacten met klasgenoten verlopen? Vindt hij snel nieuwe vriendjes? Gaat hij zijn agenda wel goed bijhouden? Wat een raar idee dat ik zelf ook amper 12 was toen ik naar de brugklas ging. Ooit nam ik op een zonnige nazomerdag - het kan ook in de tweede zijn geweest - een omweg via het Doornse Gat om daar door de al licht verkleurende prachtige natuur wat rond te fietsen. Ik genoot. Niks WhatsApp en mobieltjes toen natuurlijk. Toen ik later dan normaal thuiskwam, was mijn moeder woest. Wat was ze ongerust geweest.

Van alle tijden dus. Opnieuw zitten duizenden ouders deze dagen in hun piepzak. Of hebben het al een beetje achter de rug. Sterkte iedereen, en over een paar weken lachen we met zijn allen hard om. Het hoort er allemaal bij.

woensdag 12 augustus 2015

Zon, zee, strand en .... WiFi

Ouders en pubers samen op vakantie - het is soms wat moeizaam, to say the least. Ouders willen uitrusten. Historische stadjes bekijken. Op hun gemak een cappuccino drinken. De kathedraal bewonderen. Heerlijk genieten van de zee aan een klein kiezelstrandje terwijl de zon in een wolkenloze hemel omlaag klimt - richting de avond. Boeken lezen. Uitgebreid genieten van het eten in een authentiek restaurantje. Pubers zijn eigenlijk maar in een ding geïnteresseerd: Wat. Is. Het. Wachtwoord. Van. De. WiFi.

In ons eerste appartementje vlakbij het piepkleine en prachtige Dalmatische stadje Trogir hing het wachtwoord pontificaal op de muur geplakt, boven de tv - die overigens niet is aangeroerd, en die in mijn optiek in de gebrekkige keuken beter een extra kastje had kunnen zijn met een wat uitgebreider arsenaal aan keukenspullen. Maar hey, mij hoor je niet klagen - zolang het WiFi-wachtwoord maar bekend is. WiFi was op deze locatie heel gebrekkig, dus dat verpestte natuurlijk de eerste vakantieweek al. Dat je binnen 2 minuten op een heerlijk strandje met kristalheldere zee stond, boeide natuurlijk niet. Het eeuwenoude plaveisel in Trogir, waarover al vanaf de Romeinse tijd miljoenen voeten hebben gelopen ook niet. Laat staan de historische binnenstad van Split - waar je eigenlijk rondwandelt binnen de muren van het paleis van de Romeinse keizer Diocletianus. Niet interessant, want niet online....

Heel herkenbaar voor elke puberouder waarschijnlijk. En wat ergerlijk dat je je eigen ouders hoort praten en je vermanen - wat loop je weer te hangen, ga eens wat doen, lig je nou nog in je bed....? Om de kindertjes uit Biafra er maar niet met de haartjes bij te slepen. De eerlijkheid gebiedt mij te zeggen dat ik ook ooit als puber (een jaar of veertien) bijna een hele week - althans in de beleving van mijn ouders - in de kajuit van een bootje heb doorgebracht terwijl mijn ouders daarmee de Theems afvoeren. Beresaai, al die oevers en stadjes langs de kant. Maar wat deed ik in het vooronder? Ik was volkomen gegrepen door een creatieve flow, en zat al die uren gordijnstoffen te ontwerpen met een groot pak viltstiften voor mijn neus. In de rotsvaste overtuiging dat ik na de vakantie contact zou opnemen met een fabrikant van gordijnstoffen en dat die mijn ontwerpen natuurlijk direct zou kopen. Toch iets anders dan urenlang passief YouTube-filmpjes van internetgekkies bekijken.

En natuurlijk: we hebben met zijn allen genoten van de Plitvice-meren (National Park: bovenaards mooi, maar ontloop de Japanners!), het zwemmen in de heerlijke zee en het zwembad, ijsjes, pizza's en de jongens van de doodenge Zip Line waarbij je aan een staalkabel in een tuigje 100 m boven een ravijn en rivier naar de andere kant 'zipt'.


Op een van die stranddagen lag vlak naast ons -  want hutje-mutje - een dertiger die door twee vrouwen liefdevol en geduldig in de meest comfortabele positie werd gelegd. Zijn ledematen waren volledig weggekwijnd - waarschijnlijk doordat hij verlamd was geraakt. Toen hij even half rechtop werd geholpen, zag ik hem: halflang haar, type ondernemer in een creatief beroep, mooie kop en een uitdrukking die ik alleen maar kan omschrijven als 'verbeten gelatenheid'. Met de nadruk op verbeten. Het leven lachte hem toe, de wereld lag voor hem open, totdat een afschuwelijk ongeluk - waarschijnlijk - daaraan abrupt een einde maakte.

En ik keek even naar mijn twee kerngezonde jongens, die nu eens niet aan het swipen of kibbelen waren, maar met duikbrillen heerlijk in de heldere zee aan het spartelen waren.






zondag 14 juni 2015

Opruimen

Opruimen, opruimen, opruimen..... Veel kinderspeelgoed, foto's en memorabilia uit eigen jeugd komen we tegen in dozen in de garage - die op korte termijn een heel stuk leger moet in verband met het plaatsen van onze nieuwe c.v.-installatie (eindelijk!). Zo ook mijn poesiealbum waarin mijn beide ouders een mooie bijdrage hebben geschreven. Waardevolle woorden die je af en toe nog eens kunt teruglezen - en erin vinden wat zij mij hebben willen meegeven. Natuurlijk staat het album ook vol met afgezaagde rijmpjes van schoolvriendinnen zoals "tip-tap-top, de datum heeft een hoedje op" en "vlijtig en net, is dat niet sprekend Carolientjes portret?" (Ha! vlijtig was ik misschien wel, netjes zeker niet - een regelrechte sloddervos).

Poesiealbum, lp's (Warm Aanbevolen! Romance en France!) en andere spulletjes bieden weer zo'n kaleidoscopische blik in een ver verleden. Zo moest ik opeens denken aan de 'Dagjes' die ik vroeger schreef en in soms ongeloofwaardige hoeveelheden uit mijn oude typemachine rammelde. Degenen die mij kennen, weten dat ik 'gezegend' ben met een rijke fantasie. Dat heeft zijn nadelen - onschuldig plekje is afschuwelijke ziekte, man of kind 10 minuten te laat is fataal verkeersongeluk - maar zeker ook zijn voordelen. Voordelen die zich in de 'Dagjes' uitkristalliseerden: de dagelijkse gebeurtenissen van een fictief gezin, de familie Van Houten. Mijn moeder maakte altijd - hetzij meteen, hetzij na het afronden van haar taak - tijd om onder het genot van een kop thee mijn nieuwe 'Dagje' te lezen. Nooit merkte ik wrevel of tegenzin, altijd gaf ze mij opbouwende kritiek. Wat een waardevolle herinnering.

Genoemde familie Van Houten woonde in een prachtig ruim, vrijstaand pand aan de Rozenlaan 7. Die ruime villa was ook wel nodig, want het gezin van vader David en moeder Molly telde maar liefst zes kinderen, waaronder 2 tweelingen die binnen 14 maanden werden geboren. Lichtelijk ongelooflijk, ja, en na wat opbouwende input van mijn moeder heb ik het verhaal van Molly ook wat aangepast: ze stortte uiteraard in na de geboorte van tweeling 2. De 'Dagjes' waren grotendeels een weerspiegeling van de kleine gebeurtenissen, prettig of verdrietig, in mijn eigen leven, maar de waarheid bij de Van Houtens was natuurlijk veel rooskleuriger. Zo had mijn alter ego Jessica een tweelingbroer David met wie ze twee handen op een buik was. En als hij eens geen tijd had, was daar altijd nog de iets jongere meisjestweeling Margriet en Susanne. Om over te moederen had Jessica nog twee jongere broertjes, Petertje en Tim. En natuurlijk een hele hoop leuke neven en nichten (die ik niet had).

De moraal van dit verhaal? Die is er niet, haha. Behalve dan misschien dat je fantasie ook vaak wel toereikend is en je al die rotzooi in de garage of op je zolder helemaal niet nodig hebt.


donderdag 21 mei 2015

Optelsommetjes

9 maanden oud, en volop in de hondenpuberteit!
Zo teruglezend vind ik dat het wel weer eens tijd wordt voor een leutige blog. Op het moment zelf is het helemaal niet leutig, maar als je het zo opschrijft wel: optelsommetjes met een hond. Waarbij het begrip 'hond' uiteraard voorkomt in het deel van de som vóór het =-teken. (Dus niet: pavlovreactie + vacht = hond, bijvoorbeeld). De uitkomst is op dit moment, in ons geval, helaas vaak negatief - in overdrachtelijke zin dan. Ook wordt de uitkomst van de som opvallend vaak vooraf gegaan door de woorden 'volslagen', 'complete' of 'totale'. Voorbeeldje: hond + puberteit = complete ramp.

Zo heeft onze Cisco de laatste tijd wat last van hormonale schommelingen. De hondenpuberteit dus. En wij maar denken dat het aan tekortkomingen in onze toch zo vlijtige en consequente opvoeding lag! Hond + rennende kinderen = ook zo eentje. Eventueel, maar niet noodzakelijkerwijs, te combineren met hond + puberteit. Cisco heeft in de afgelopen tijd al menig kind de stuipen op het lijf gejaagd - maar echt, hij wil alleen maar spelen! Laatst kreeg Cisco, die op dat moment op een veldje losliep, twee broertjes in de peiling. Knulletjes van een jaar of zes, zeven, met knalrode shirtjes aan. Yes.... spelen! Niet dus. Broertje 1 bleef rustig staan, maar broertje 2 werd bang en begon rondjes te rennen. Er kwam heel wat vrouwkracht aan te pas om knulletje en hond te scheiden: ene arm beschermend om het jongetje heen (die wilde natuurlijk alleen maar naar mama) en andere arm de hond afwerend. Er gebeurde in wezen niets - maar het kwaad was al geschied. Toen zijn mama aan het geschrokken jongetje vroeg: Gaat het? was het antwoord: Nee. En toen heel zachtjes erachter aan: ik heb in mijn broek geplast.... Dat dit niet kan, is natuurlijk duidelijk. We doen er dan ook alles aan om het probleem te verhelpen....

Nog wat voorbeeldjes. Hond + vrienden = soms niet gemakkelijk (neem je je hond mee naar het absoluut onberispelijke huis van vrienden in een drukke stad?). Hond + mountainbiker = totaal onhoudbaar. Hond + pas gegierde akker = compleet goor. Hond + papiermand = overloop helemaal vol met papiersnippers. Zucht.

Maar.... er zijn ook heel veel leuke! Zo is een hond heel trouw, gezellig en een echte aanvulling op het gezin. Uh.... ik weet er even niet meer. Probeert u zelf wat optelsommetjes, heus, het is héél makkelijk. De sommetjes dan, hè, niet de opvoeding!

maandag 11 mei 2015

Verlate ode aan moeder (s)

Mijn moeder Gerda, waarschijnlijk 1976
Door de blog van mijn Amerikaanse vriendin ter gelegenheid van moederdag bedacht ik me dat ik daarover eigenlijk niets geschreven heb. Heb sowieso al een hele tijd niets gepost, maar ik ben er nog hoor, handjevol trouwe lezers. Natuurlijk heb ik zelf moederdag gevierd, mooie cadeautjes gekregen en een brunch die met frisse tegenzin - laten we het aardig formuleren - door zoonslief werd geprepareerd. Heerlijk buiten op het balkon, onder de parasol, met gerookte zalm, verse smoothie en andere lekkernijen.

Mijn eigen moeder had niets met moederdag. Waarschijnlijk zei ze meestal zoiets als ik nu ook doe: je kunt ook het hele jaar een beetje aardig zijn of eens iets voor je moeder doen. Daar is geen speciale moederdag voor nodig. Commerciële onzin, vond ze het een beetje. Misschien is het daardoor dat ik op moederdag niet extra emotioneel ben of bijzonder aan mijn moeder denk. Dat doe ik toch wel - op onverwachte momenten, zo door het jaar heen. Mijn jeugd kwam onlangs weer erg dichtbij doordat ik weer e-mailcontact heb met een 'oude' (correspondentie) vriendin. Toen we een jaar of twaalf waren, ontmoetten we elkaar op vakantie in Drenthe en zijn elkaar blijven schrijven, de meest mallotige brieven en bijbehorende volgekliederde en -getekende enveloppen die pubers maar kunnen bedenken. Zij woonde in Amsterdam, ik in het midden van het land, en over-en-weer logeren was iets waar je lang naar uitkeek. Door de uitwisseling van verhalen nu komen die jeugdjaren en vooral de ziekte en het overlijden van mijn moeder weer dicht om mij heen staan, soms op een confronterende manier.

Het is vandaag zo'n ongelooflijk prachtige lentedag - klassiek warm lenteweer dat van alle eeuwen is. Lammetjes, frisgroene blaadjes, heerlijke geuren in het bos. Jongste kind is thuis vanwege de (lange!) meivakantie, ik werk, tussendoor laten we samen de hond uit. Gewoon heerlijk gekeutel. En ik denk aan die paar woorden die mijn moeder ooit tegen mij zei toen het al lang duidelijk was dat ze niet meer beter zou worden, een paar woorden maar...: 'Ik had mijn kleinkinderen zo graag willen zien.' Mam, ze zijn er, en het gaat goed met ons allemaal. Waarom zit ik dan toch met tranen in mijn ogen achter mijn computer? Op deze stralende dag in mei.




zaterdag 28 februari 2015

Stadse fratsen

De laatste tijd merk ik dat ik meer afstand krijg tot de periode die wij in onze vorige woonplaats hebben gewoond. Waar ik het - het kan niemand ontgaan zijn! - niet bepaald naar mijn zin had, en dat is nog zacht uitgedrukt. De eerste weken en maanden daar voelden als een nieuw begin, wat het ook was, niet in de laatste plaats doordat we daar op tamelijk chaotische wijze arriveerden met ons nieuwbakken couveusekindje van drie weken oud. In het begin lieten we elkaar regelmatig schrikken in deze voor ons toen ruime woning: help! daar liep partner ineens in de garage, schrik! daar bleek ik ook op zolder te vertoeven. Dat gevoel van ruimte was er heel snel vanaf, zeker nadat steeds meer baby- en kinderspeelgoed en andere benodigdheden hun weg naar onze twee-onder-eenkapper vonden. Met de komst van zoon 2 was het officieel: we puilden uit het huis. Dat, toen we broeds waren, een onweerstaanbare glans van aantrekkelijkheid had bezeten. Verkeersluw straatje enzo.

Die eerste tijd was ook een time warp. Het dagelijks ritme hier leek verdacht veel op dat van onze jeugd. Tussen de middag reden en fietsten regelmatig werknemers (mannen natuurlijk) naar huis om warm te eten. Tussen de middag was de bakker dicht. TUSSEN DE MIDDAG! FOR CRYING OUT LOUD! Daar had je in Rotjeknor eens mee moeten komen! Nee, hier ging het zo: moeders kocht in de loop van de ochtend brood, haalde vast de boontjes af voor het avondeten, kinders kwamen tussen de middag thuis van school om een boterham te eten - van een continurooster had werkelijk nog niemand gehoord. En zo gaat het hier. Dajje-'t maar effe weet.

Daar kwamen wij met onze stadse fratsen. Wij waren de eersten die bij het consultatiebureau vroegen om hulp bij het inbakeren. Het consultatiebureau werd onmiddellijk een soort teaching hospital, en er werden hulptroepen - zelfs helemaal uit Twente - ingevlogen. Toen oudste naar school ging, waren wij alweer de eersten op die basisschool die vroegen om (vervoer naar) de BSO. Dat ging toen nog met een taxi - de BSO zat een stukje verderop - en de taxichauffeur heette volgens onze kleuter Mozzarella.

Toen wij in die eerste, ontspannen zomer een feest organiseerden voor vrienden en familie - als een soort verlate housewarming en om iedereen weer te zien na de hectische periode van bevalling en verhuizing - printte ik prachtige uitnodigingen en verzorgde ik samen met een goede vriend heel veel lekkere tapas. Stads natuurlijk, vooral die tapas. Ik had gewoon aan de deur moeten bellen en vragen of ze 'buurt kwamen maken'. Oooo, als ik het zo opschrijf word ik al bijna onpasselijk, en mijn vingertoppen jeuken om hier nu wat volstrekt ongepaste en ongenuanceerde opmerkingen tussendoor te gooien. Doe het natuurlijk niet, hoor. Wie wat sappige anekdotes wil, kan een reactie achterlaten met e-mailadres, en dan ben ik de beroerdste niet. Dan maak ik u deelgenoot van (bijna) al mijn frustraties. Om te beginnen met de roosjes, de wokvis en het ramen zemen.

Eén korte anekdote wil ik u niet onthouden: omdat ik graag Thais kook, was ik op zoek naar djeroek peroet-blaadjes. De arme groentenboer heb ik werkelijk de stuipen op het lijf gejaagd. De lieverd bleek het later nog wel te hebben nagevraagd bij de groothandel, maar djeroek peroet-blaadjes gingen alleen per doos van 3 kg, gaf hij mij voorzichtigheidshalve nog door, want je wist natuurlijk nooit wat die importmevrouw ging doen met die blaadjes. Neemt niet weg dat hij nog maandenlang een schichtige blik in de ogen kreeg als ik weer eens in de winkel kwam, en hij ineens heel snel ´achter´ iets moest gaan doen.

vrijdag 16 januari 2015

Donkere dagen

Een gelukkig nieuwjaar gewenst voor iedereen die dit leest! Ik meen het van harte, maar heb zelf weinig met de jaarwisseling en het begin van zo'n nieuw, koud en leeg jaar. Brrr. Januari moet maar snel om, februari ook, en dan zullen we wel eens zien. In de zon en de warmte leef ik volop, in de winter overleef ik (dat dan weer wel, ondanks een al meer dan twee jaar bestaand gebrek aan gerieflijke verwarming!).

Voor wie in deze donkere dagen vol terreur behoefte heeft om zich te warmen aan een - al dan niet vals - gevoel van veiligheid - doe als ik! Wandelen en zoveel mogelijk daglicht vergaren helpt niet voldoende bij een winterdepressie, evenmin als het gluren in zo'n leuke blauwe daglichtlamp. Vluchten in zonovergoten jeugdherinneringen lijkt de enige uitweg. Op die momenten lijkt het net alsof ik in een enorme trechter naar beneden kijk, en ze zie liggen - in een spiraal als een klassiek Frans trappenhuis, als grote glanzende presse-papiers....

Op je knie vallen en voor de eerste keer niet huilen en weten dat je al heel groot bent. Leren fietsen. Eindeloos spelen aan zee, zand in je haar, tussen je tanden en op je krentenbol. De smaak en consistentie van polenta in een -toen nog- Joegoslavisch hotel. Dennenkoeken eten als je naar het zwembad ging. Bramen plukken, waar mijn moeder dan later diepdonkere, zoete jam van kookte. Dampo op flanellen lappen. Zelf een platenspeler knutselen en doen alsof je Engelse liedjes zong. Die keer dat ik op de camping door de knapste jongen daar aanwezig (slank, gebruind, zwart glanzend haar...) werd opgehaald om te gaan zwemmen (voor de goede orde: ik was 10!). Een heel vroege ochtend in de zomer, toen ik met mijn opa op een bankje tussen de hevig geurende rozen zat. Het vreemd mysterieuze en tegelijk geruststellende diepblauwe licht van het lampje in de logeerkamer bij andere oma en opa. De brintapap van oma, met een houten lepel. Koninginnedag. De floxen en lupines in onze zijtuin. Eindeloze zwerftochten met schoolvriendinnetje D. en onze hondjes - wij waren natuurlijk wees en dakloos, en hadden alleen elkaar en de hondjes nog. Met jeugdvriendin J. op blote voeten in het bos lopen in jurken van indiakatoen.

En nog veel meer. Een prentenboek vol herinneringen in polaroidkleuren. Het leven strekte zich eindeloos voor je uit, badend in zonneschijn, barstensvol mogelijkheden. Zo spannend! En hoewel ik alles koester wat ik nu heb, zou ik zo graag nog eens een dag beleven als zorgeloos kind. En verse, witte boterhammen met aardbeien eten, tussen de middag, als je van school kwam. Die was ik nog vergeten. O ja, en huilen bij het Wilhelmus!